Gedichten en verhalen van Theo monkhorst

Lezers unaniem enthousiast over ‘De zegen van weemoed.’

De zegen van weemoed

Lezers die de auteur aanspreken of schrijven over ‘ De zegen van weemoed’ zijn uitermate enthousiast over het boek. Maar ook professionele lezers zijn vol lof. Vier sterren. Zo schrijven de recensenten van de twee grootste boekenclubs in Vlaanderen: ‘Prachtig geschreven, spannend’; ‘Zijn manier van schrijven maakte dat hij mij het boek introk en de personages in mijn hoofd bleven steken’; ‘Luisterrijke taal’; ‘ “De zegen van weemoed” is een uiterst sterke kroniek van onzekere tijden en mooie momenten die van het mensenleven een stevige brok labeur maken.’

Kranten en tijdschriften hebben zich nog niet verwaardigd het te bespreken, maar dat kan nog komen. Hieronder de recensies in extenso.


Natascha Tielemans-Oosterbaan, recensent Vlaamse boekenclub ‘De perfecte buren’.

De dubbel roman, onderdeel van een trilogie in wording, De zegen van weemoed is mijn eerste kennismaking met de schrijver Theo Monkhorst. Direct tijdens het lezen van het eerste hoofdstuk wist ik dat ik al zijn romans wilde gaan lezen.

Het is 1984 als Pieter Fransman, journalist, besluit een boek te schrijven. Een boek over zijn leven, geschreven uit het perspectief van een 75 jarige, terwijl hij op dat moment 45 jaar is.

“ik heb mijzelf geen eenvoudige opgave gegeven. Als het al feitelijk onmogelijk is het verleden en het heden exact te beschrijven, voor de toekomst is het nog een stukje moeilijker.”

We lezen over zijn twijfel, over zijn, innerlijke, afkomst. Over zijn grote liefde Trix, haar overlijden en hun zoon Sax. Over zijn worsteling het grote verlies te boven te komen.

Deel één van deze dubbel roman is een familiekroniek, die soepel overloopt in het bijna thrillerachtige deel twee. Waarin Pieter met Lena, de ex-vrouw van zijn vriend Leo, diens raadselachtige dood onderzoekt. Leo Löb, een Joodse filosoof, hield zich voor zijn dood bezig met artificiële intelligentie. Heeft zijn dood te maken met dit onderzoek?

Conclusie
Het eerste deel van deze dubbelroman is prachtig geschreven, Theo Monkhorst nam mij mee in zijn boek. Ik voelde zijn vreugde, twijfel en verdriet alsof het dat van mij was. Deel twee is spannend, soms ongemakkelijk omdat de lasten van het ouder worden er zo realistisch worden omschreven. Maar ook daardoor, prachtig… Het heeft mij smachtend naar deel drie achtergelaten.

Een prachtig boek voor wie er van houdt om mee te worden genomen in de psyche van de mens. Voor wie houdt van luisterrijke taal en zich kan vinden of verliezen in zinnen als:

“in mijn breinsoep spelen zich vreemde gebeurtenissen af. In diepe pan, waar alle herinneringen en ervaringen zijn opgeslagen als slierten spaghetti, glijden ze door elkaar en klonteren steeds tot nieuwe recepten, die in slaap als dromen bovenkomen.”

Ik geef dit boek vier sterren de vijfde bewaar ik voor het laatste deel van de trilogie.

Bron


Recensie André Oyen op de Vlaamse website Lezerstippenlezers.be

Citaat: ” Ik dacht aan Trix van wie de horizon zo kort was geweest en die toch de oermoeder zou zijn van vele generaties, zag haar lieve ogen, rode krullen, prachtige hals, verrukkelijke billetjes en voelde tranen opkomen die niet te stoppen waren. Zo lag ik midden in de nacht ongezien zacht te huilen van ontroering over de zegen van mijn weemoed.

Theo Monkhorst publiceerde onder meer vijf romans, waaronder de veelgeprezen ‘De blijmoedige leugenaar’ in 2016. De dubbelroman ‘De zegen van weemoed’ is een onderdeel van een trilogie waarvan het derde deel later verschijnt. Het gaat in De Zegen van Weemoed vooralsnog om een dubbelroman, maar uiteindelijk moet een nog te verschijnen deel een trilogie completeren.

De auteur confronteert ons met het leven, werken en filosoferen van de hoofdpersoon Pieter Fransman, journalist, schrijver en dichter. Het is een uiterst boeiende familiekroniek van bijna een eeuw geworden waarin families uit Oost en West met elkaar versmelten. Op vijfenveertigjarige leeftijd besluit Pieter Fransman een fictieve autobiografie te schrijven alsof hij vijfenzeventig is. Hij hoopt dat klusje snel te klaren maar hij zal daar uiteindelijk meer dan dertig jaar voor nodig zal hebben.

Het wordt een uitgebreide zoektocht naar zijn herkomst en toekomst, met daarin jeugdige hebris, kroningsrellen in Amsterdam, twee wereldoorlogen, het trauma van zijn vermeende Duitse afkomst, een tragische liefde, vaderschap, de vriendschap met een oude Joodse filosoof en een mysterieuze dood en twee grote liefdes. Er overkomt Pieter Fransman heel veel in zijn leven. Het eerste deel van de dubbelroman gaat vooral over zijn bestaan waarin veel gelukkige momenten toch ook met onheil en ongeluk vervlochten zijn en met de dood van zijn jonge vrouw Trix als de overheersende factor van eenzaamheid dat zijn verdere leven lijkt te gaan bepalen. Hij beschrijft een rouwproces dat hem raakt tot tot in de diepste vezels van zijn geest.

Gelukkig heeft zijn zoontje Sax nog, die hem een dierbare herinnering aan zijn geliefde biedt. Vader en zoon blijven dan ook in diepe harmonie met elkaar verbonden. In het tweede deel raakt Pieter, inmiddels een man op jaren verzeild in wat lijkt als een complot rondom het fenomeen van artificiële intelligentie en wetenschap dat de wereld gaat bedreigen. Samen met Lena, de weduwe van zijn vriend Leo, een filosoof, van wie hij als het ware de zorg voor de grote dreiging erft, gaat hij een eenzame strijd aan vol twijfels en wantrouwen jegens de wereld rondom.

En dan krijgt de familiekroniek meer en meer het karakter van een thriller, waarin de brieven van opa Pieter aan zijn jonge kleinzoon Walid een uitlaatklep vormen voor zijn zorgen. Maar niet tegenstaande alle kommer en kwel komt de liefde onverwacht terug om de hoek gluren.

De zegen van weemoed is een uiterst sterke kroniek van onzekere tijden en mooie momenten die van het mensenleven een stevige brok labeur maken.

Bron

DBD/Biblion ( De bibliotheek organisatie)

De auteur (1938) heeft voor zijn roman, een autobiografie van een journalist, een constructie gebruikt die hem in staat stelt zowel het verleden als de toekomst van deze hoofdpersoon te beschrijven. De journalist is 45 jaar oud en stelt zich voor dat hij 75 is. Hij kan op deze wijze schrijven over de Vietnamoorlog als het heden, over zijn echte jeugdjaren zowel als over de toekomst, wat het echte heden is. Deze constructie stelt hem in staat eindeloos te fantaseren over alle tijdvakken heen: persoonlijk en algemeen. Het gevaar van een dergelijke constructie is dat de vertelling alle kanten op schiet en dat is ook wat er gebeurt. Amusant is dat zeker en prettig leesbaar evenzeer, maar wel wat rommelig. In de prille jeugd zijn er nog flarden herinneringen aan de oorlog, dan de eerste meisjes en het uitgaan, maar altijd is daar de behoefte te schrijven en te dichten, de liefde voor literatuur, kunst en muziek. Hij komt steeds tot de conclusie dat de mens een paradox is van creativiteit en destructie: het beest en de geest verenigd in een wezen. Dubbelroman die de eerste twee delen van een trilogie bevat, het derde deel is nog niet verschenen. – Jan Timmermans